Democratie0513.nl > Gebiedsscans gezondheid en leefomgeving > Analyse en conclusie

Analyse

In de gebiedsscans zijn voor een groot aantal indicatoren gegevens bijeengebracht over de 30 dorpen en wijken in de gemeente Heerenveen. Naast de conclusies per gebied, zijn er ook een aantal meer algemene conclusies te trekken. Deze worden hieronder besproken.

De gegevens per wijk en dorp en de onderlinge samenhang nodigen daarbij uit tot het stellen van vragen. De gebiedsscans bieden feiten op basis waarvan het gesprek over achtergronden kan worden gevoerd en aanknopingspunten voor verbetering kunnen worden gevonden.  

Gezondheid en leefomgeving

  • De percentages voor het voldoen aan de beweegnorm, sporten en overgewicht voor de verschillende wijken en dorpen variëren rond de 50%. Hoewel het percentage inwoners in Heerenveen dat aan de beweegnorm voldoet hoger ligt dan landelijk, is er in alle wijken en dorpen nog een groot percentage inwoners dat niet aan de beweegnorm voldoet. Bewegen, sporten en overgewicht blijven belangrijke speerpunten voor beleid voor alle wijken en dorpen.
  • Roken varieert rond de 20% en het niet voldoen aan de richtlijn voor alcohol (teveel drinken) varieert tussen de 30% en 50%. In de wijken met de meeste problematiek op het gebied van gezondheid en lage inkomens wordt daarbij het meest aan de richtlijn voor alcohol voldaan. In de meer welvarende en jongere wijken en dorpen drinkt een groter percentage inwoners meer dan volgens de richtlijn gezond is. Het stimuleren van stoppen met roken, de rookvrije generatie en verantwoord alcoholgebruik is voor alle gebieden belangrijk.
  • Gezondheidsproblematiek en gebruik van voorzieningen vanuit WMO en Participatiewet concentreren zich in wijken waar veel sociale woningbouw is en veel huishoudens met lage inkomens zijn. Uit het onderzoek komt naar voren dat gezondheidsproblematiek, lage inkomens, eenpersoonshuishoudens en ernstige eenzaamheid samen clusteren. In sommige wijken speelt vergrijzing daarbij een rol. Ook in de dorpen zijn er vaak straten/buurtjes aan te wijzen met sociale woningbouw waar diverse problematiek meer voorkomt. Dit is mede gevolg van het beleid van de landelijke overheid waardoor woningcorporaties 90% van de woningen aan de mensen met de laagste inkomens moeten toewijzen. Andersom zijn er enkele gebieden waar weinig gezondheidsproblemen zijn; de meer welvarende en jongere wijken en dorpen.
  • In de dorpen zijn veel vrijwilligers actief. In een aantal dorpen organiseren de inwoners dorpsfeesten/activiteiten die voor onderlinge binding zorgen. De vrijwilligers die hieraan meewerken zijn overigens niet meegerekend in de cijfers voor (georganiseerd) vrijwilligerswerk. In de wijken zijn over het algemeen minder vrijwilligers actief.
  • Gezien de lagere percentages ouderen, weduwen en weduwnaars en mensen met lichamelijke beperkingen in dorpen met weinig of geen voorzieningen, lijkt een deel van de ouderen naar grotere dorpen te verhuizen wanneer ze alleen komen te staan en/of gezondheidsproblemen krijgen.
  • De leefbaarheid volgens de Leefbaarometer is in alle dorpen en wijken ruim voldoende tot uitstekend. Het gaat daarbij om de dimensies “woningen”, “bevolkingssamenstelling”, “voorzieningen” , “fysieke omgeving” en “veiligheid”. De gemeente Heerenveen scoort hiermee duidelijk hoger dan gemiddeld in Nederland.

Beleid

  • De onderzoeksresultaten uit 2019 laten in hoofdlijnen dezelfde bevindingen zien als de wijkkrachtscans van 2014. Het advies is daarom de speerpunten van beleid in grote lijn te handhaven. Omdat verschillen tussen de gebieden in gezondheidsrisico”s voor een groot deel samengaan met verschillen in leeftijdsopbouw en inkomens/aandeel sociale woningbouw, kan het algemene, lokale, gezondheidsbeleid hierop verder worden toegespitst. Zo zal het stimuleren van meer bewegen in een wijk met veel gezinnen anders ingevuld moeten worden dan in een wijk waar veel alleenstaanden wonen.
  • Vanuit de interviews met medewerkers van het preventieteam (opbouwwerkers, jeugdverpleegkundigen), wijkmanagers van de gemeente en woningcorporaties komt naar voren dat vanuit verschillende disciplines positieve effecten worden ervaren van verbindende activiteiten. Wanneer wijk- en dorpsbewoners gezamenlijke activiteiten organiseren en elkaar daarbij ontmoeten, heeft dat positieve effecten op de leefbaarheid en het welzijn van gezinnen en individuele bewoners. In de dorpen ontstaan deze activiteiten veelal vanuit de bewoners zelf, in de wijken is daar vaker meer stimulans vanuit professionals voor nodig.
  • Daarnaast is volgens de geïnterviewden in meer complexe situaties persoonlijk, outreachend contact en continuïteit in contacten van professionals met bewoners nodig om vertrouwen op te bouwen en projecten te laten slagen. Het gaat hier bijvoorbeeld om contact met huurders van corporatiewoningen, contact met “verwarde personen” vanuit de GGD, opbouwwerk en ontwikkeling van de school in Oudeschoot.
X